In 1942 vielen de gronden van de Noordoostpolder droog na vele maanden pompen van de drie gemalen. Toen was de zeebodem bij de Voorst, waar het klif — niet langer afgeslagen door de zee — reeds begroeid raakte, al begaanbaar en kwam menig stenenzoeker zijn geluk beproeven. Veel later pas kon het terrein ten Noorden van Urk betreden worden. Toch heeft de heer P. van der Lijn kort na het droogvallen in dit gebied een terrein ontdekt, dat hem bijzonder interesseerde. Hij zag in, dat dit gebied voor het nageslacht bewaard diende te blijven en zocht contact met Dr Jac. P. Thijsse. Ook deze was enthousiast en stelde onmiddellijk plaatsruimte in het tijdschrift ,,De Levende Natuur" beschikbaar, zoveel als Van der Lijn dacht nodig te hebben. En er verscheen spoedig nadien in „De Levende Natuur" — Mei 1944 — een artikel van zijn hand onder de titel: „Een eersterangs geologisch natuurmonument bij Urk". Laten we uit dit artikel enkele zinnen lichten.

, , , , , , , ,
Grondboor & Hamer

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Geologische Vereniging

G.D. van der Heide, & W.T. Hellinga. (1954). Het geologisch natuurreservaat 'P. van der Lijn'. Grondboor & Hamer, 2(15), 300–305.