Nederland ligt aan de rand van een dalend bekken, dat zijn oostelijke begrenzing heeft in de omgeving van de grens met het Duitse Westfalen. Van hieruit hellen de diverse formaties in noordwestelijke richting. Gelderland strekt zich uit vanaf de rijksgrens tot in het midden van het land. Veel formaties, die in de loop van de geologische geschiedenis aan de opbouw van Nederland hebben bijgedragen, zijn dan ook in de ondergrond van Gelderland terug te vinden. De oudste afzettingen, die aan de oppervlakte liggen, stammen uit de Triasperiode; zij komen ten oosten van Winterswijk voor. In het overgrote deel van de provincie liggen echter veel jongere afzettingen aan het oppervlak.