Eén van de meest voorkomende fossielen met varenachtige bladeren in de Piesberg is de Mariopteris muricata (fig. 1). Hoewel er nog nooit aangehechte zaden gevonden zijn, wordt algemeen aangenomen dat deze soort een zaadvaren is. Meestal vind je een deel van het blad, maar als je het geluk hebt een (tamelijk) compleet blad te vinden, dan kun je de karakteristieke bladopbouw waarnemen (fig. 2). Deze is vierdelig: de bladsteel splitst zich tweemaal en aan de laatste vertakkingen zitten de (asymmetrische) deelbladeren. De plant heeft nog een interessante bijzonderheid: hij bezit zg. klimhaken. Bij de veren waaruit een deelblad is samengesteld (blaadjes van de voorlaatste orde) komt het zo nu en dan voor dat de as doorloopt aan het einde, waarbij het uitstekende stuk vaak enigszins naar beneden gebogen is. Men denkt op grond van dit kenmerk dat de Mariopteris muricata een klimmende zaadvaren geweest is, een plant met de habitus van een liaan.