Als mineralen onbelemmerd kunnen groeien, vormen zij kristallen met hun eigen karakteristieke vorm: idiomorfe of euhedrische kristallen. Als kristallen tegen elkaar aan groeien, ontstaan er aggregaten. Kristallen kunnen dan willekeurig, zonder enige ordening, met elkaar vergroeid zijn, of wetmatig: de kristallen zijn dan volgens bepaalde richtingen met elkaar vergroeid. Als de wetmatige vergroeiing bestaat uit kristallen van eenzelfde mineraal, dan noemt met de vergroeiing tweelingen of veellingen; zijn daarentegen kristallen van verschillende mineralen wetmatig met elkaar verbonden, dan spreekt men van epitaxie of syntaxie. Tweelingkristallen zijn eerder uitgebreid behandeld in Gea, vol. 15, (1982) nr. 4, pag. 116-121.