Vrijwel overal in Nederland treft men in de ondergrond zowel zoet water afkomstig van de neerslag aan, als zout water dat zijn oorsprong vindt in zee. De onderlinge verdeling vertoont veelal een grillig patroon, waan/oor in grote lijnen geldt dat onder de Pleistocene zandgronden het zoute water normaliter op diepten van meer dan 100 m wordt aangetroffen, terwijl in het Holocene gebied dit watertype soms tot aan het oppervlak reikt. Zowel de genese als het patroon van voorkomen van het zoute water is reeds lang onderwerp van onderzoek en discussie, doch een allesomvattende verklaring is nog niet voorhanden (Maas,1989). Duidelijk is wel dat afgezien van verzilt water in de omgeving van Permische steen-zoutafzettingen, vrijwel al het zoute grondwater afkomstig is van Tertiaire en Kwartaire mariene transgressies. De huidige verdeling hangt zowel samen met het regionale patroon van deze zee-inbraken als met de latere herverdeling van zoet en zout water door grondwaterbewegingen. De stromingspatronen van het grondwater worden bepaald door zowel de geologische structuur van de ondergrond als door de geomorfologische situatie, en zijn daardoor onderhevig geweest aan alle veranderingen die zich in de loop van het Kwartair in de geologische omstandigheden hebben voorgedaan. Uit onderzoek is duidelijk geworden (o.a. de Vries, 1981) dat vooral de veranderingen in het reliëf en in de waterhuishoudkundige situatie gedurende de laatste 1000 jaar van grote invloed geweest zijn op de huidige verdeling van het zoete en het zoute water in de ondergrond. Vooral de vorming van de hoge jonge duinen en het ontstaan van de diepe polders zijn daarvoor verantwoordelijk geweest. In het volgende zal daarom allereerst ingegaan worden op de principes van de waterbeweging onder de duinen en onder de polders. Vervolgens zal een globale reconstructie worden gegeven van de processen die in de loop van de geologische geschiedenis hebben geleid tot de huidige distributie van het zoute grondwater.

, , , , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

J.J. de Vries. (1992). Zoet en zout grondwater in Nederland als afspiegeling van de paleo-hydrologische ontwikkelingen. Gea, 25(2), 41–46.