Agaten behoren tot de merkwaardigste en verbazingwekkendste produkten van mineraalvorming. De verbazing over het natuurverschijnsel "agaat" berust in wezen op twee feiten. Allereerst is er de ongelooflijke verscheidenheid aan gevormde structuren, waardoor elke afzonderlijke agaat als iets eigenzinnigs overkomt, als een merkwaardigheid van de natuur. Bij het bekijken van een wat grotere verzameling agaten kan men de algemeen geldende wetten van de bouw van agaten niet herkennen, in ieder geval niet op het eerste gezicht. De verwarrend grote variatie in de morfologie van agaten, deze spreekwoordelijke individualiteit, verbaast niet alleen de leken, maar irriteert ook aanvankelijk de juist naar algemene wetten en ontstaanswijzen zoekende natuurwetenschappers. Maar er is nog een tweede, veel eenvoudiger moeilijkheid, die het onderzoek aan agaten altijd beziggehouden heeft. Hoe is het eigenlijk mogelijk dat Si02 zich binnen een groter gesteentelichaam verzameld heeft in dergelijke compacte vormen als agaten? Dat is het grote probleem van de Si02-opeenhoping bij de vorming van agaat (zie bijv. Nacken, 1948). Deze beide hoofdproblemen van het onderzoek aan agaten, de verklaring van de gevormde structuren en die van de Si02-accumulatie, zijn gedurende de laatste 200 jaar tot op heden de oorzaken geweest van steeds maar weer felle wetenschappelijke discussies. Zo vindt men bijvoorbeeld in de actuele literatuur zowel de mening dat agaten neergeslagen zijn binnen een nog niet volledig gestold magma (Moxon, 1991, p. 259), als de opvatting dat agaten bij ongeveer 50°C uit waterige oplossingen gevormd zijn (Fallick et al., 1985, p. 672). Bovendien zijn dit slechts twee willekeurig gekozen standpunten uit een groot aantal wetenschappelijke meningen; een uitvoerig overzicht van de meest diverse oudere theorieën over agaat vindt men bij Landmesser (1984). Maar deze twee standpunten tonen reeds aan dat de kwestie van de agaatgenese één van die zeer zeldzaam geworden aardwetenschappelijke problemen is, waarbij ook nu nog zoiets bestaat als een controverse tussen Neptunisme en Plutonisme. Het is blijkbaar in het geheel niet eenvoudig om de agaten een algemeen aanvaarde plaats binnen ons huidige "petrologische wereldbeeld" te geven. Maar voor wij dit probleem meer in detail kunnen behandelen, moeten we eerst eens de twee belangrijkste agaatstructuren wat preciezer bekijken.

, , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

M. Landmesser. (1992). Het ontstaan van agaat. Gea, 25(3), 69–79.