Door de ontwikkeling van de bruinkoolwinning in de Bovencarbonische tot Onderpermische afzettingen van de Boskovice-slenk (Tsjechië) gedurende de afgelopen eeuw zijn de eerste vondsten van fossiele resten van Stegocephalen mogelijk geweest. De vondsten van deze primitieve, op salamanders lijkende dieren, zijn het eerst door Alexander Makovsky, een paleontoloog van de Technische Hogeschool van Bmo, bestudeerd. Zijn resultaten heeft hij in 1876 gepubliceerd in zijn werk "Over een nieuwe Labyrinthodont: Archegosaurus nov. sp." Daarna hebben Dr. A. Rzehak, Prof. Antonfn Fric van de Karlsuniversiteit en, in de 20ste eeuw, Prof. J. Augusta, eveneens van de Karlsuniversiteit, zich met het onderzoek van Stegocephalen bezig gehouden. Al dit onderzoek aan de Stegocephalen van de Boskovice-slenk leidde ertoe, dat meer dan 15 nieuwe soorten werden beschreven, behorend tot vier verschillende geslachten. In de jaren '50 heeft Prof. Z.V. Spinar de grote verscheidenheid aan vondsten opnieuw bewerkt en ook uitgebreid veldwerk uitgevoerd, waardoor nieuw materiaal beschikbaar kwam. Met zijn onderzoek heeft hij het aantal van de vele zogenaamde soorten teruggebracht; vele "soorten" bleken niets anders dan ontwikkelingsstadia te zijn. Hij stelde vast dat er vier Stegocephalen soorten zijn, die tot twee geslachten behoren. Alle genoemde auteurs hebben voor hun onderzoek slechts over verkoold materiaal kunnen beschikken. Onlangs is echter in het noordelijkste deel van de Boskovice-slenk een nieuwe localiteit ontdekt, waar de skeletten van Stegocephalen, alsmede van vissen, gefosfatiseerd voorkomen. Deze vondsten zijn uniek; zij maken het mogelijk nauwkeurig de lichaamsbouw en het skelet in tot nog toe onvoorstelbare details te bestuderen.

, , , , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

P. Bumbálek, M. Hlavenka, & T. Roblícek. (1994). Stegocephalen in het Perm van Bohemen. Gea, 27(4), 128–133.