Er zijn weinig theorieën waarover zo algemeen gedebatteerd is als over de evolutietheorie. Al ver voor de publikatie van Darwins boek in 1859 (met als volledige zeer lange titel "On the origin of species by means of natural selection: or the preservation of favoured races in the struggle for life") bestond hierover levendig wetenschappelijk debat. Voortbouwend op het werk van de Franse bioloog en paleontoloog Cuvier (1769-1832), publiceerde Lamarck (eigenlijk Chevalier de la Marck, 1744-1829) bijvoorbeeld in 1809 zijn beroemde "Philosophie Zoologique", gevolgd in 1815 door zijn "Histoire Naturelle des Animaux sans Verteres". Hierin ontvouwde Lamarck zijn ideeën over evolutie: de theorie van het vererven van eens verkregen kenmerken. Op grond van het vererven van bepaalde kenmerken (bijvoorbeeld een lange nek van een giraffe zou ontstaan door het uitrekken om bij hoog gebladerte te komen) zouden flora en fauna in de loop van de tijd langzaam veranderd zijn. Al die veranderingen tezamen zouden dan hebben geleid tot een moderne hiërarchie, die Lamarck samenvatte in een stamboom waaruit de oorsprong van verscheidene grote groepen ongewervelden en gewervelden afleidbaar was (afb. 1). Het werk van Lamarck was alom bekend en zeer gezaghebbend; een eerste "moderne" poging om het proces van evolutie te verklaren op basis van feiten en waarnemingen.

, , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

G.J. van der Zwaan. (1995). Orde op de rand van chaos. Het proces van evolutie en de verstoring van aardse systemen. Gea, 28(3), 69–85.