Vanaf het begin van de serie artikelen over ZAND was het al wel duidelijk: zand "doe" je maar niet zo in é én keer. Als je iets aan zand wil gaan doen, en je gaat dat goed aanpakken, dan gaan daar best heel wat Gea-artikeltjes inzitten. Vier ZAND-verhalen hebben we intussen gehad (in de c '94, juni, sept, en dec. '95), maar nog steeds is lang niet alles wat tot de basiskennis en basisuitrusting behoort gezegd. Eigenlijk zou er van alles tegelijk moeten worden aangeroerd, maar dat is natuurlijk niet mogelijk. Elke Gea een stukje, proberen we. Tot nog toe hebben we als zandliefhebbers eigenlijk geen stap buiten de deur gezet om zelf aan zand te komen - de flesjes, buisjes, doosjes met het beschreven Donkere Zand van Ameland (zie sept. 1995) kwamen door simpele overhandiging in veler bezit. Wie daarmee aan het experimenteren is geweest, wil op den duur zélf ook wel eens wat vinden. Zo verging het ons tenminste, vorig najaar. We pakten voor de vakantie van alles wat voor het monsternemen van zand dienstig zou kunnen zijn bij elkaar, mikten de literatuur nog ongelezen ernaast en startten de karavaan richting Franse Kanaalkust. Regen en storm joegen ons naar het zuiden, toevallig tot bij het eiland van Noirmoutier, ten zuidwesten van Nantes (Vendée). Daar vonden we, wat we in 30 jaar van geologische omzwervingen nog nooit hadden opgemerkt: concentraties van zware mineralen in het zand van het strand.

, , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

J. Stemvers-van Bemmel. (1996). lle de Noirmoutier (Vendée, Fr.): stranden met een dubbele bodem. Gea, 29(2), 74–78.