Het zware mineralenonderzoek van sedimenten wordt toegepast bij de fijne en de middelfijne zandfractie (53-500 μm) en bij de grove siltfractie (bijvoorbeeld 32-53 jim) van losse, detritale, sedimenten. Ook van verharde sedimenten en zelfs van kristallijne gesteenten kan men de zware mineralen bestuderen. Hiertoe dient het gesteente eerst gekraakt, fijngemaakt en gezeefd te worden. Dit wordt zowel gedaan met oppervlaktemonsters als met kernen van diepboringen. Behalve zanden en lemen kunnen dikwijls ook kleien bestudeerd worden, omdat deze meestal wel silt bevatten. Tot nu toe is dit in Nederland en elders weinig toegepast, maar er zijn grote mogelijkheden.

, , , , , , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

L. Krook. (1996). Het onderzoek van zware mineralen in zand. Gea, 29(4), 134–138.