In een tijd waarin belastingbetalers vrijwillig hun aangifte per computer doen om hun inspecteur zo weinig mogelijk werk te bezorgen, moeten we dringend ook eens de stand van zaken gaan bekijken bij het gebruik van de "nieuwe media" in geologie en mineralogie. Een paar jaar geleden is dat in Gea al eens gebeurd met mineralogische software [Gea, Vol. 22 (1989), p. 59-62, en Ge a, Vol. 26 (1993), p. 126-128], maar dat waren tijden waarin het bezit van een computer met een 286 processor en een harde schijf van 20 Mb al een reden was om op verjaardagspartijtjes een bron van afgunst te zijn. Maar de tijden gaan snel, en in de computerwereld gaan ze nog een stuk sneller. Inmiddels zijn we toe aan opgevoerde Pentium processoren, de kleinst verkrijgbare harde schijf is nog net onder de 1 Gb, de quad C DROM spelers van vorig jaar zijn al antiek nu de 8- en de 12-speed op de markt zijn, een 28k8 modem voor contact met de buitenwereld wordt nog net niet met opgetrokken wenkbrauwen bekeken, en een geluidskaart plus stereo- luidsprekers zijn uiteraard standaard. O ja, ik vergat nog de laserprinter, want een inkjetprinter is iets voor beginners! Wat doen geologen en mineralogen met al dat fraais? En wat is er op de markt voor de gemiddelde lezer van Gea? Hebben het boek en de "normale" videospeler nog een toekomst, en zo ja, welke dan? Laat het maar meteen duidelijk zijn aan het begin van dit artikel: het is niet de bedoeling om hier een oordeel te vellen over oude en nieuwe media, of om uitspraken te doen over hun respectievelijke voor- en nadelen; soortgelijke discussies over diverse types computers (bv. de heilige oorlog tussen P C 's en Mac's!!!) en besturingsprogramma's (DOS versus Windows!!!) behoren immers gelukkig ook al tot het verleden. Het enige oogmerk is consumenten (de lezers van Gea) aan te sporen om niet blindelings iets nieuws binnen te stappen; informatie is macht, ook in uw hobby.

, , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

E.A.J. Burke. (1997). Op losse schijven of vissen in 't net?. Gea, 30(3), 107–109.