Algemeen wordt aangenomen dat trilobieten zich seksueel voortplantten, wat (bijna alle) huidige geleedpotigen ook doen. Op welke wijze dat geschiedde is niet bekend, daar zijn geen eenduidige fossiele aanwijzingen voor gevonden. Reeds in 1852 beschreef Barrande (1799-1883) verschillende groeistadia van trilobieten (o.a. Sao hirsuta en Arethusiana konincki {tegenwoordig Aulacopleura konincki genaamd}). Hij nam waar dat fossielen van trilobieten met een ongelijke vorm en grootte toch tot dezelfde soort behoorden en herkende groeistadia bij trilobieten. Dit artikel gaat in op de huidige stand van zaken in het onderzoek naar de ontwikkelingsfasen van trilobietenlarve tot volwassen individu.

, , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

P.J. Hille. (2001). Ontogenie van Trilobieten: de ontwikkelingsfasen van larve tot volwassen individu. Gea, 34(3), 44–46.