Aan het eind van het Carboon verdwenen de koolvormende moerassen uit het noordelijke deel van de wereld, hoewel er nog een gordel rond de evenaar overbleef waar ze tot in het OnderPerm voorkwamen. Het klimaat veranderde sterk in het Perm, het werd veel droger en er traden ook ijstijden op. Dit beïnvloedde de plantengroei sterk: vooral in de drogere, koude gebieden verdwenen alle grote vormen, in de (sub)tropische klimaatszone ontwikkelden zich groepen als de Cycaspalmen en de eerste Ginkgo’s. Ook de coniferen evolueerden sterk. Aan het eind van het Perm was er een grote catastrofe waarbij ongeveer 90% van het dierenleven op aarde uitstierf. Ook bij de planten was sprake van een sterke diversiteitvermindering, maar niet zo sterk als bij de dieren. Wat de precieze oorzaak van deze catastrofe was, is nog niet helemaal opgehelderd. Wel weten we dat het geleidelijk gegaan moet zijn en waarschijnlijk heeft langdurig vulkanisme, bekend als de Siberian traps, er iets mee te maken.

, , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

J.H.A. van Konijnenburg - van Cittert. (2009). Fossiele planten in het Mesozoicum. Gea, 42(3), 65–71.