In de loop van de vrijdag kwamen de meeste leden aan in de jeugdherberg ”De kleine Grie”, nabij de vuurtoren te Hollum. Een groepje, dat al eerder gearriveerd was, waaronder Margadant en Frencken, zat toen reeds in het veld. Een tweede groep, die wat later arriveerde, kreeg kontakt in de zgn. ”Natte Vallei”, nabij de vuurtoren. Dit is een destijds afgesnoerde strandvlakte, die momenteel nagenoeg geheel verzoet is. Hoewel sommige delen nog af en toe met zout water in kontakt komen. Het grootste gedeelte is met riet overgroeid, dat regelmatig in percelen gemaaid wordt. Deze vallei bleek gaandeweg steeds interessanter te worden, met name ook de oostelijke randzone (gradiënt), die van vochtig-zuur langzaam overging in wat droger, wat kalkrijk zand (waarin bv. Tortella flavovirens en Abietinella abietina verzameld werden). Vooral Abietinella abietina was een fraaie vondst, in recente tijd uiterst schaars buiten Zuid-Limburg gevonden, nl.: 1. Dalfsen aan de IJsel 1949 (in echter niet teruggevonden). 2. Zalk aan de IJsel 1959. 3. Meijendell, Raaphorst, z.j. Gem. Wassenaar. 4. Amsterdamse Waterleiding Duinen, ten westen van Westerkanaal (mond. med. W.D. Margadant, 1940, Gem. Zandvoort). 5. Bij Mooie, vroongronden, z.j. mond. med. W.D. Margadant (vindplaats vergraven!). Van Eeden kon destijds nog voor deze soort vermelden: ”zeer algemeen op de meeste duingronden”.