Het mossenweekend in Zuid-oost Friesland op 3,4 en 5 mei 1986 was het eerste warme weekend van het jaar en alleen daarom al hadden de thuisblijvers ongelijk. Hoofddoel vande excursie van zaterdag was het Fochteloër Veen. Helaas was voor meerderen onder ons het bezoek enigszins teleurstellend, met name voor de mensen die het gebied nooit eerder gezien hadden en iets anders verwacht hadden dan Pijpestrootje ‘tot aan de horizon’. Het gebied is de laatste decennia geleidelijk steeds meer achteruit gegaan, met name ook door de verstoorde waterhuishouding. Om aan een verdere uitdroging en eutrofiëring een halt toe te roepen is recent om een deel van het terrein een kade opgeworpen, voorzien van een laag folie, om het centrale deel van het gebied meer te isoleren. Uiteraard moet het effekt hiervan nog afgewacht worden. De excursie ging voornamelijk over een deel van deze kade. Hierbij zijn geen opmerkelijke vondsten gedaan of het zou de mooi ontwikkelde Polytrichum longisetum moeten zijn. Een deel van de groep is vervolgens doorgestoken naar het centrale deel van het veen om daar de mossen van enkele oude permanente kwadraten te bekijken. Helaas is ook in deze ‘hoogveenkern’ geen sprake meer van een mooi Sphagnum-dek. Slechts hier en daar is op de laagste stukken Sphagnum royaal aanwezig. Maar bijv. Sphagnum magellanicum is hier niet gevonden. Gelukkig waren nog wel enkele typische hoogveen-levermossen aanwezig: Odontoschisma sphagni, Kurzia pauciflora, Cladopodiella fluitans en Cephalozia macrostachya. Na afloop van dit bezoek hebben enkele deelnemers nog het ‘Blauwe Bosk’ bij Haulerwijk bekeken, een heide met veel Klokjesgentiaan omgeven door bos. Opvallende mossen zijn echter niet gevonden. Wel is het de enige plaats waar Sphagnum magellanicum is aangetroffen.