Er waren op deze eendags-excursie slechts zes deelnemers: Pieter van den Boom, Theo Reinders, Leo en Rianne Spier, en Han van Dobben. Doel was de licheenflora van het Hulshorster Zand te inventariseren. Uit de soortenlijst blijkt dat zich de laatste tien à vijftien jaar geen spectaculaire veranderingen in de licheenflora hebben voorgedaan. Epifytische Usnea’s, eertijds aanwezig op berken bij het begin van de Poolse weg, waren verdwenen, maar Usnea’s waren wel rijkelijk aanwezig op stompen van vliegdennen in het stuifzand. Parmeliopsis aleuritis, indertijd gevonden op een zeer scheefstaande den aan de westkant van het zand, was er nog steeds. De boom lag nu geheel plat maar leefde nog wel. Stereocaulon condensatum was op een aantal plaatsen nog rijkelijk aanwezig. Het afzetten van de vliegdennen in het stuifzand lijkt vanuit lichenologisch oogpunt een goede ingreep te zijn: vele van de stompen waren nu begroeid met Usnea cf. subfloridana en Bryoria fuscescens.