Binnen de Bryologische en Lichenologische werkgroep is altijd veel aandacht besteed aan de bryologische inventarisatie van Nederland. Toch was de kennis van de Nederlandse mosflora tot voor kort onbevredigend. Met het uitkomen van de flora van de Nederlandse bladmossen van Touw en Rubers is er duidelijkheid gekomen in de taxonomie van moeilijke groepen binnen de bladmossen en over welke soorten tot de Nederlandse flora gerekend kunnen worden. Verder wordt in deze flora aan de hand van de onderzochte herbariumcollecties een betrouwbaar maar globaal overzicht gegeven van de verspreiding van de bladmossen. Uit hun kaartjes blijkt dat het huidige verspreidingsbeeld zeer incompleet is. Hetzelfde geldt zeker voor de levermossen en de veenmossen, waarvan voor slechts een klein aantal soorten verspreidingskaartjes zijn verschenen in Lindbergia. Er is behoefte aan een vollediger verspreidingsbeeld. Willen we bijvoorbeeld bij de beoordeling van de natuurwaarde van bepaalde terreinen rekening houden met de aanwezige mosflora dan zullen we zo nauwkeuriger mogelijk moeten weten hoe zeldzaam de betreffende soorten in dat deel van het land zijn waar het terrein ligt. Als we een zo volledig mogelijk verspreidingsoverzicht nastreven dan zullen we hierbij alle beschikbare en betrouwbare inventarisatiegegevens moeten betrekken. Gelukkig wordt er de laatste jaren steeds meer aandacht besteed aan de inventarisatie van mossen. Een aantal mensen is zelfstandig of in kleine groepjes begonnen met regionale inventarisaties. Verderop in deze handleiding wordt hiervan een overzicht gegeven. Daarnaast worden tijdens de excursies van de Bryologische en Lichenologische werkgroep en ook wel tijdens priveexcursies veel gebiedjes verspreid over het hele land globaal geinventariseerd. Verder worden incidenteel inventarisatiegegevens van mossen verzameld door Provinciale diensten of onderzoeksinstituten. Het betreft hier voornamelijk gegevens van algemene soorten of van soorten van verspreid liggende specifieke biotopen. Het is duidelijk dat we vragen over hoe talrijk bepaalde soorten precies zijn en waar ze voorkomen alleen gezamenlijk kunnen beantwoorden. Dus als we al onze inventarisatiegegevens combineren.