Onderstaande literatuur geeft de indruk dat het gebied bryologisch goed is doorzocht. Franz Grims schreef mij echter dat in Oostenrijk in deze eeuw een bryoloog een rariteit is en dat het overgrote deel van de bryologische informatie stamt uit de vorige eeuw, gelukkig gedetailleerd vastgelegd in het standaardwerk van Wallnöfer. De mosflora in de omgeving van onze kampeerplaats is volledig onbekend en in de wijdere omgeving is slechts een klein aantal gebieden goed doorzocht. Oost-Tirol is bryologisch nogal beroemd en alle grote bryologen uit de vorige eeuw: Breidler, Flörke, Funk, Hoppe, Hornschuch, Molendo, Schimper, Schwägrichen en Sendtner kwamen naar Karinthië (Kärnten) vanwege de rijke mosflora. Zij richtten hun aandacht echter voornamelijk op de Hohe Tauern, uit welk gebied een groot aantal alpine soorten is beschreven. Wij zitten ± 100 km ten zuidoosten van de Hohe Tauern, maar een wat geïsoleerde uitloper hiervan, de Kreutzeckgruppe (hoogste top ca.2600m), die bryologisch geheel onbekend is, valt wel binnen onze actieradius. Onze excursies zullen zich vooral richten op de Gailtaler Alpen, met o.a. de Reiszkofel (2371 m) op slechts enkele km van onze camping, en op de Kärnische Alpen met o.a. de Gartnerkofel (2195 m). Ook enkele interessante kloven zullen we zeker bezoeken, zoals de Garnitzenklamm en de Ochtenschluchtklamm.