Een van de doelstellingen van onze werkgroep is het verbreiden van de kennis van mossen en korstmossen. Met de verbreiding van vakkennis, komen er ook vaktermen in de Nederlandse taal. Als deze vaktermen voldoende zijn ingeburgerd, behoren deze woorden te worden aangepast aan de Nederlandse spellingsregels. Hoe dienen we daarmee om te gaan? Hoe gaan de auteurs van de nieuwe ’Levermosflora’ er mee om? Het woord rhizophoor/rizofoor is hiervoor een illustratief voorbeeld. De ph en de rh zoals in rhizophoor bestaan in het Nederlands sinds 1954 niet meer. De spellingscommissie die het ’Groene boekje van 1954’ samenstelde, achtte het woord rizofoor voldoende in onze taal ingeburgerd en besloot tot de spelling rizofoor.