Hoewel het voorkomen van Matkop en Glanskop in grote lijnen bekend is, is het ook van belang dat het in een ‘microscopisch’ klein gebied als Kennemerland nauwkeurig in beeld wordt gebracht. Alleen op die manier is een verklaring te vinden voor het fenomeen dat beide soorten elkaar in grote delen van westelijk Nederland lijken uit te sluiten. Het is mede naar aanleiding van de bijdragen over dit onderwerp van Kuys (2005) en Slings (2005) daarom wellicht zinvol om nog enkele punten onder de aandacht te brengen. Hoewel de Matkop volgens Slings “met zekerheid” en “zeer schaars” in de duinen van Kennemerland voorkomt dient tevens te worden benadrukt dat er in het duingebied tussen Amsterdamse Waterleidingduinen en Noordzeekanaal (het ‘nationale park’) nimmer een exemplaar met een geluidsopname of foto kon worden vastgelegd. Dit is opmerkelijk gezien het grote aantal vogelaars dat in de laatste decennia in deze streek actief is geweest. Ook voor de rest van Kennemerland is geen verifieerbare documentatie beschikbaar met uitzondering van enigszins afwijkende en daarom nog nauwkeurig te bestuderen geluidsopnamen in het zuidoostelijke deel van de AWD. Het gebrek aan foto’s geldt tevens voor alle geclaimde vangsten van de drie ringstations in Kennemerland; als Matkop landelijk gezien een zeldzame soort was, zou de documentatie ongetwijfeld beter verzorgd zijn.