In 1977 verscheen in ”Op het Vinketouw” (nr. 29) een artikel over taak en werkwijze van de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA). Het artikel had ten doel ringers in te lichten over de gang van zaken bij de Commissie in de hoop dat in het vervolg van zo veel mogelijk interessante vangsten documentatie aan de CDNA gestuurd zou worden. Het was namelijk gebleken dat slechts een klein gedeelte van de in Nederland gevangen zeldzame en schaarse vogels in het archief van de Commissie terecht kwam. In de zes jaar die na dit artikel verstreken zijn, is gebleken dat meer ringers dan voorheen hun zeldzame vogels aan de Commissie hebben gemeld. Een belangrijk deel van deze vangsten komt echter nog steeds niet of niet spontaan bij de Commissie terecht (vgl. tabel 1). Ook komt het nog steeds voor dat van zeldzame of schaarse vogels geen of onvoldoende documentatie wordt ingestuurd, zodat de Commissie moet besluiten de waarneming niet in het archief op te nemen. Het laat zich aanzien dat dit laatste een gang van zaken is die bij een vogel in de hand niet nodig is.