Sedum telephium L. subsp. maximum (L.) Krocker. Blijkens het door F. Adema in 1974 voor de Atlas van de Nederlandse flora bewerkte verspreidingskaartje was Sedum telephium maximum sinds 1950 van slechts 2 uurhokken bekend, nl. 27.56 (Platvoet bij Deventer) en 39.28 (Renkum—Wageningen). Vroeger was deze ondersoort gevonden op enige verspreide plaatsen in het oostelijke Rijngedeelte van het Fluviatiele district, westwaarts tot Culemborg en noordwaarts tot Fortmond aan de IJssel. De laatste drie jaar vond ik subsp. maximum op diverse niet van vroeger bekende vindplaatsen in de IJsselstreek en De Liemers, te weten: 1. aan de Kwartiersedijk bij Babberich (40.36.52); 2. aan de spoorlijn Arnhem—Duitsland aan de oostelijke afrit van de IJsselbrug (40.23.35, 45), tussen Westervoort en Groessen (40.24.52, 53, 34.13, 14, 25) en tussen Zevenaar en Babberich (40.35.45, 36.51); 3. aan de Ravensweerdseweg nabij Gorssel (33.26.24); 4. aan de weg Gorssel-Deventer nabij Epse (33.27.11); 5. aan een dijk langs de weg Twello-Deventer (33.16.21).