De eerste vondst van Carex strigosa Huds. in Zuid-Limburg. De zeldzame Carex strigosa komt in ons land nog het meest voor in Zuid-Limburg. Terwijl ze evenwel van twee van de drie daarbuiten gelegen vindplaatsen sinds anderhalve eeuw bekend is (Beek bij Nijmegen, 1833; Rotterdam, 1836), duurde het tot 1942 voor zij in Zuid-Limburg werd herkend (Kloos, 1943). Nadien bleek dat de soort in dit gebied al eerder was aangetroffen zonder te zijn herkend. Op een herbariumvel met drie Carex-halmen, door C.G.G.J. van Steenis in 1921 verzameld bij Terhagen en St. Jansgeleen en als C. sylvatica gedetermineerd, bleek één exemplaar van C. strigosa voor te komen. In de Atlas van de Nederlandse flora is verondersteld dat deze halm van Terhagen afkomstig is (Weeda, 1980). Deze veronderstelling kan nu worden bevestigd. In het Herbarium van de Rijksuniversiteit te Utrecht ligt nl. materiaal van dezelfde vinder en datum, waarbij de planten van Terhagen en die van St. Jansgeleen op afzonderlijke vellen zijn gemonteerd. Hiervan bevat het ‘Terhagense’ herbariumvel een halm van C. strigosa naast een van C. sylvatica. Hiermee staat dus vast dat de oudst bekende vondst van Carex strigosa in Zuid-Limburg is gedaan in 1921 bij Terhagen (IVON-hok T6.61), waar zij tot op heden in enkele pollen voorkomt. Kloos, A.W., 1943. Aanwinsten van de Nederlandse flora in 1942. Ned. Kruidk. Arch. 53, p. 30-45. Weeda, E. J., 1980. Carex strigosa Huds, in J. Mennema, A.J. Quené-Boterenbrood & C.L. Plate, Atlas van de Nederlandse Flora 1. Amsterdam.