Er bestaan allerlei kunstnesten, die door de mens worden aangebracht, om zodoende bepaalde vogelsoorten tot broeden te brengen. Zo kennen wij van vroeger de eenvoudig gemaakte nestgaten in muren en rotsen, later kwamen de bekende spreeuwenpotten, die vooral in de Amsterdamse hofjes veel werden gebruikt en waarvan de spreeuwen voor de consumptie werden bestemd. In Zweden kennen wij de nestkasten die in de omgeving van de bosmeren aangebracht worden voor brilduikers, waarmee men evenals bij ons met de mezen het aantal geleidelijk wil opvoeren. Welbekend zijn ook de eendenkorven, waarvan de eenden een veelvuldig gebruik maken, maar welke vaak bewoond worden door torenvalken, ransuilen of waterhoentjes. Over de kunstnesten voor boeren- en huiszwaluwen, welke voor de Ned. Vereniging tot Bescherming van Vogels in eigen land zullen worden gemaakt, de opgerichte nestpalen voor de ooievaars, de nestkasten voor mezen, roodstaarten, spreeuwen, vliegenvangers en andere holenbroeders hebben wij reeds genoeg gehoord, gelezen of gezien.