Bij de laatste grote aanslag op een natuurreservaat, in casu „De Beer” werd herhaaldelijk gesproken en geschreven over compensatie van het verloren gegane gebied, door elders een terrein aan te wijzen als natuurreservaat. Men denkt hierbij blijkens verslagen in „Natuur en Landschap” aan duin- en strandformaties op een der Zuidhollandse eilanden. Ik vraag mij echter af of men er zich in natuurbeschermingskringen, wel van bewust is, dat hier in feite van compensatie geen sprake is. Compensatie van een reservaat, dat voor industriële of verkeerstechnische doeleinden wordt bestemd, zou immers betekenen dat men een industrieterrein of een haven zou opofferen, teneinde daarvan kunstmatig een natuurreservaat te maken.