Hoewel in de Grauwe Gors nummer 4 van 2000 Jan Allex de Roos nog vertelde over zijn tuinijst, hanteert menig vogelaar een zogenaamde huislijst. Wat is een huislijst? De meest extreme definitie is natuurlijk het noteren van alle vogels gehoord of gezien vanuit je eigen huis. Maar wat doe je als je in de zomer in je tuin languit in zonnestoel ligt met een biertje in de hand en de ogen gesloten. Intuïtief (daarvoor ben je tenslotte vogelaar) voel je opeens dat er wat aan de hand is, dat er zich wat in de lucht ophoudt. Je opent je ogen en ziet hoog in de lucht vlak boven je een Rode Wouw en een tegelijkertijd cirkelende Zwarte Ooievaar. Opschrijven of niet? Ander voorbeeld. Je maakt een ommetje in de buitenwijk waar ook je huis staat. Op een gegeven moment bevind je je op een plek waarbij je de aanlengende landerijen, maar ook je eigen huis nog kunt zien. Op een paaltje in het weiland zit een Grauwe Klauwier. Opschrijven of niet. Het blijft dus de vraag waar je de grens legt met de zogenaamde huislijst.