Veel vogelaars hebben al jarenlang twijfels over het lot van gerevalideerde olieslachtoffers: redden ze het wel in de natuur? Over dit laatste heeft Brian Sharp een hecht doortimmerd artikel geschreven. Verplicht leesvoer voor iedereen die zich met (de opvang van) olieslachtoffers bezig houdt. Het artikel is een analyse van de overlevingskansen in de vrije natuur van gerevalideerde olieslachtoffers langs de Amerikaanse westkust. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt tussen terugmeldingen van gezonde vogels en terugmeldingen van gerevalideerde olieslachtoffers. De soorten waar de analyse zich op richtte waren Zeekoet Uria aalge, Grote Zeeëend Melanitta fusca, de Zwanehalsfuut Aechmophorus occidentalis en de Clark’s Fuut A. clarkii. Vooral van de Zeekoet waren veel gegevens. De conclusie: praktisch alle gerevalideerde vogels gaan kort na vrijlating alsnog dood (zie tabel). Verreweg de meeste ringvondsten van gerevalideerde olievogels worden al na enkele dagen gedaan en voor alle soorten tezamen wordt al na 6 dagen 50% van het uiteindelijke aantal terugmeldingen bereikt. Voor wat betreft de Zeekoet: 155 van de 160 terugmeldingen kwamen binnen twee maanden en er waren slechts twee Zeekoeien die meer dan een jaar overleefden. Met behulp van de terugmeldgegevens kon ook een berekening worden gemaakt van de verwachte levensduur van de gerevalideerde Zeekoeien. Na vrijlating hadden ze een gemiddelde levensverwachting van slechts 10 dagen. Er is dus een erg kleine kans dat zo’n vogel na een jaar nog in leven is. Tenslotte was er ook geen verschil in overleving tussen recent schoongemaakte zeevogels en exemplaren die vóór 1990 waren gerevalideerd. Verbeterde inzichten om olieslachtoffers te revalideren hebben dus nog niet geleid tot een aantoonbaar betere overleving in de vrije natuur. Sharp concludeert dan ook dat claims onhoudbaar zijn, die aangeven dat schoongemaakte en gerevalideerde zeevogels weer volkomen fit zouden zijn.