Larven van libellen kruipen uit het water, gaan meestal op water- of oeverplanten zitten, komen uit. pompen de vleugels op, verwarmen zichzelf, harden wat uit en vliegen uiteindelijk weg, op zoek naar avontuur. Soms wil dit ritueel zich ook wel afspelen op zandige oevers, maar dat libellen ook letterlijk de boom in klimmen was compleet nieuw voor mij. Dit seizoen had al eerder de Smaragdlibel Cordulia aenea in de Douwelerkolk bij Deventer zien rondvliegen. Ik was daar bijzonder verheugd over, omdat ik deze soort al een paar jaar hier niet meer had waargenomen en bovendien nooit meer dan één exemplaar. Op 10 mei 1994 zag ik zeker drie exemplaren en ik was erg benieuwd waar deze fraaie libel zich zou voortplanten in de Douwelerkolk en verdacht al snel enkele redelijk voedselrijke sloten met een weelderige oeverbegroeiing met plaatselijk kwelindicatoren als Waterviolier en Holpijp, waarvan de eerste overigens vol overtuiging aan het bloeien was.