De atalanta is van oudsher een goede bekende in onze tuinen. Het is dan ook een van de makkelijkst te herkennen dagvlinders. Tot voor kort was het een echte trekker, maar inmiddels voelt hij zich bij ons steeds beter thuis. .. H fc. ■ In de winter verblijven vrijwel alle atalanta's ver in het zuiden. In het Middellandsezeegebied gaat de voortplanting 's winters gewoon door, vooral in de lagere gebieden: van een paar koude dagen heeft de vlinder niet zo veel, last, zolang het maar niet lang hard blijft vriezen. Verder naar het noorden dunt de winterpopulatie uit. Bij ons is het de meeste winters ófte koud – met sneeuw en ijs – of maandenlang tussen de 3 en 7 graden Celcius (wie kent ze niet, onze kwakkelwinters). Dat is te veel voor de atalanta. Toch zien we een verandering optreden in de aantallen. Tot de winter 1990/91 is er geen jaar met meer dan tien atalantameldingen van december tot en met februari. In de jaren negentig zijn er vier jaren met meer dan tien (maar minder dan twintig) waarnemingen. Met uitzondering van de winter 2004/2005 hebben daarna alle jaren meer dan tien meldingen. Grote uitschieter is natuurlijk de winter 2006/2007, met meer dan 300 vlinders. De vorige winter 2007/2008 staat op een mooie tweede plaats. Een duidelijk teken dat onze winters steeds zachter aan het worden zijn, maar wellicht wel wat geflatteerd doordat we ook steeds meer waarnemingen (online) doorkrijgen.