Om kleine hoeveelheden ijs goed te bewaren heeft men vaatwerk met dikke wanden van eene de warmte slecht geleidende stof noodig, dus b. v. van hout. Zeer dikwandig houten vaatwerk is echter nog al kostbaar en niet zoo licht voor het huisgezin aan te schaffen. Dezer dagen heeft men daarvoor turf aanbevolen, die overal gemakkelijk en goedkoop te verkrijgen is. Uit pas gegraven goede turfmassa perst men vaten met zeer dikke wanden; deze drogen wel wat moeielijk, doch geleiden, wanneer zij droog zijn, de warmte zeer slecht, zijn naar evenredigheid licht en kosten niet veel. Van binnen worden zij, om droog te blijven, overdekt met een laag van teer of asphalt en, nadat het ijs er in gedaan is, toegesloten met eene mede uit turfmassa bestaande deksel. Zulke vaten, welke beschutten tegen den invloed der luchttemperatuur, kan men bezigen tot het koud houden, maar ook tot het warm houden van spijzen enz. Zoo lezen wij in het tijdschrift Humboldt (1885 S. 300). Zou in ons land, waar de turf betrekkelijk overvloedig is, de een of ander industrieel zich niet eens kunnen verledigen met het vervaardigen van dergelijke ijsbewaarders?