Men verhaalt, dat GUSTAAF III, koning van Zweden, op eene reis door Europa gedurig met hoogen lof over een zijner onderdanen hoorde spreken, wiens naam, SCHEELE, hem onbekend was. Toen de koning de overtuiging verkregen had, dat deze werkelijk eene Europeesche vermaardheid bezat en zijn land niet weinig tot eer verstrekte, gevoelde hij eene licht verklaarbare spijt dat hij nog niets voor hem gedaan had en benoemde hem tot ridder der Wasa-orde. De minister, die van dit koninklijk besluit bericht ontving, stond niet weinig verbaasd. SCHEELE een ridderorde, riep hij uit, SCHEELE! Maar aan den duidelijk uitgedrukton wil van den koning viel niet te twijfelen, en de ridderorde word verzonden. Wel te verstaan niet aan SCHEELE, Zweden’s roem in het buitenland, maar aan SCHEELE, een onbeduidenden landjonker. Wie was nu die in zijn tijd beroemde en tevens onbekende man, dien ik blijkens het opschrift van dit stukje voor een weldoener der menschheid schijn te houden? Ofschoon hij naar mijne overtuiging het volste recht heeft op dien eerctitel, mag ik toch niet veronderstellen, dat de meerderheid mijner lezers beter met hem bekend is, dan koning GUSTAAF en diens minister dit waren. Want ons geheugen is niet sterk genoeg om de namen van allen te kennen, waarvan uitgemaakt is, dat zij der menschheid gewichtige diensten bewezen hebben. Aan betrekkelijk weinige verdienstelijke mannen schenkt de grillige faam eene blijvende vermaardheid. Duizenden, die met recht bij hun leven wijd en zijd beroemd waren, worden na hun dood in ruimer kring vergeten, ook al bleef hun naam in eere bij de beoefenaars van het vak waarin zij hebben uitgemunt. Dit laatste is met SCHEELE ruimschoots het geval. Gedurende een groot deel van zijn leven een eenvoudige apothekersbediende, daarna provisor, die het toppunt van zijne wenschen bereikt had toen hij op zijn 35ste jaar eigenaar werd van eene slecht beklante apotheek in een ellendig landstadje, door zijne naaste omgeving niet gekend in zijne waarde, maar als schrijver van belangrijke verhandelingen bij de natuuronderzoekers van alle landen in hoog aanzien, is SCHEELE bijna honderd jaren na zijn dood door de beoefenaars der scheikunde nog geenszins vergeten. Men vindt zijn naam zelfs in elk leerboek, en het is bijna onmogelijk zich ook maar korten tijd met chemie bezig te houden, zonder ooit van hem gehoord te hebben.