De noordse woelmuis wordt de laatste jaren in Nederland als een kwetsbare en bedreigde soort beschouwd. De hier voorkomende ondersoort komt verder nergens ter wereld voor, reden om er trots op te zijn en er zorgvuldig mee om te springen. De noordse woelmuis wordt als aandachtssoort genoemd in het Natuurbeleidsplan van de regering.In Zoogdier 90-1 wordt de bespreking van een doctoraalverslag onder de titel ’De laatste noordse woelmuizen’ besloten met de zin ’Maar goed ziet het er niet uit voor de noordse woelmuizen in Zeeland’. Op Texel, van oudsher een bolwerk van deze soort, komt concurrent aardmuis inmiddels ook voor. Hoe staat dit bijzondere knaagdiertje er nu werkelijk voor in Nederland? Als je in oude boeken over een bepaalde diersoort leest, kom je soms grappige dingen tegen. Zo staat er in de Nederlandstalige bewerking van Brehm’s Tierleben: 'In Siberië treedt een woelmuis op, die eveneens, hoewel om andere redenen dan de Veldmuis, onze aandacht verdient, namelijk de Wortelmuis (Arvicola oeconomus). De Wortelmuis komt in de vlakten dikwijls in groote menigte voor en wordt door de arme bewoners van deze treurig eenzame gewesten als een weldoenster beschouwd, want haar arbeid komt de mensch ten goede in plaats van hem te benadeelen.' De hier beschreven woelmuis is niet de ondergrondse woelmuis, die bij ons in de volksmond zo genoemd wordt, maar de noordse woelmuis, die in het Engels overigens ook wortelmuis (root vole) heet. What’s in a name... De Latijnse naam is via Microtus ratticeps uiteindelijk officieel Microtus oeconomus geworden. Als Nederlandse (volks)namen komen we rattekop, rottekop (Friesland) en zeemol (Texel) tegen.