Wilde zwijnen zijn uit de Meinweg met zekerheid sinds het einde van de 19e eeuw bekend. Trekkende exemplaren vormden toen een populatie, die tot op de dag van vandaag stand houdt. Het is daarmee de enige populatie in Nederland met een natuurlijke oorsprong. Weliswaar komen ook op de Veluwe wilde zwijnen voor, maar deze stammen af van verschillende uitzetprojekten (sinds 1904) ten behoeve van de jacht (Pelzers, 1990). Het beheer van de zwijnen in de Meinweg heeft echter weinig met het behoud van een natuurlijke populatie te maken. De dieren trekken vrijelijk de grens over, maar worden aan beide zijden fel bejaagd. Bijvoeren, naijver en overbejaging zijn belangrijke ingrediënten in het beheer van deze grensoverschrijdende zwijnenpopulatie. De Meinweg, een natuurgebied in Nederlands Midden-Limburg, vormt een onderdeel van het Nederlands-Duitse natuurgebied ’Maas-Swalm-Nette’. Het maakt deel uit van een aaneengesloten bosgebied van circa 9000 hectare waarvan eenderde deel op Nederlands grondgebied ligt. Onlangs kreeg het Nederlandse deel de status van 'Nationaal Park in oprichting’. Direct grenzend aan het natuurgebied liggen terreinen met intensieve landbouw. Deze landbouwgebieden zijn in eigendom van boeren en enkele grootgrondbezitters, waaronder het chemieconcern DSM. Deze bezit de nooit in gebruik genomen Beatrixmijn, nu een landbouwenclave in het natuurterrein.