De Maasvlakte, een opgespoten terrein van zo’n 25 strekkende kilometers, lijkt op het eerste gezicht weinig boeiend voor vleermuizen. In september 1992 werd tijdens een bezoek aan dit curieuze gebied aanvankelijk geen enkel signaal van een vleermuis ontvangen. Toch bleef de moeite van het bezoek niet onbeloond. Twee opmerkelijke soorten troffen we er aan. In de nacht van 28 op 29 september 1992 werd het Rijnmondgebied met bat-detectors op het voorkomen van vleermuizen onderzocht. In dit uitgestrekte haven- en industriegebied tussen Rotterdam en de Noordzee werden door ons nauwelijks vleermuizen verwacht. Door de onverwachte aanwezigheid van tientallen ruige dwergvleermuizen Pipistrellus nathusii in het Rijnmondgebied onder de Nieuwe Waterweg, werden we geprikkeld ook de nog onbebouwde delen van de Maasvlakte te bezoeken. De weersomstandigheden waren tijdens het bezoek erg gunstig; een beetje nevelig, windstil weer met weinig bewolking, en een minimumtemperatuur van 11 °C.