Dat grote grazers de vegetatie kunnen beïnvloeden weten we inmiddels allemaal. Maar dat onze inheemse muizen ook aardig wat in de melk te brokken hebben is tot nu toe onderbelicht gebleven. In een natuurgebiedin-ontwikkeling in Zuid-Limburg stak vorig jaar de molmuis de kop op. Tijdens een doctoraal onderzoek vegetatiekunde waren we in de gelegenheid om haar invloed op de vegetatie te onderzoeken. In onze vrije uurtjes kwamen we bovendien nog meer te weten over dit onbekende stiefzusje van de waterrat. Bij Craubeek in Zuid-Limburg werden in 1987 enkele landbouwgronden uit produktie genomen ten behoeve van de waterwinning. Sindsdien wordt het gebied twee keer per jaar gemaaid. Het maaisel wordt afgevoerd, zodat de grond geleidelijk aan steeds schraler wordt. De Landbouwuniversiteit Wageningen volgt het project sinds de braaklegging op de voet. Jaarlijks wordt de vegetatie door studenten onder de loep genomen. Zij ontwikkelt zich van een vegetatie gedomineerd door akkeronkruiden naar een (schrale) graslandvegetatie. Veel plantesoorten, die de dans van (kunst)mest en bestrijdingsmiddelen in de bermen van de akkers konden ontspringen, breiden inmiddels hun areaal naar het midden van de percelen uit (van der Kooij & van Maanen 1994).