Nu er steeds meer berichten en artikelen verschijnen over het vóórkomen van wilde katten in Nederland, vond de Provincie Limburg het hoog tijd dat er eens goed gezocht werd naar dit geheimzinnige zoogdier. Dat resulteerde in een kortlopende, intensieve inventarisatie van de bossen in het meest zuidoostelijke puntje van Nederland. Gekozen werd voor het gebruik van de ‘fotoval’, waarbij een camera een foto maakt als zijn sensor een beweging registreert. De methode wordt in de tropen veel toegepast, vooral in moeilijk terrein, in het donker en bij schuwe dieren. Met een mooi resultaat. Oorspronkelijk kwam de wilde kat Felis silvestris voor in de bossen van heel Europa, noordelijk tot en met Schotland en Denemarken. Door de ontbossing en vanwege bestrijding door de mens verdween hij op heel veel plaatsen. In West-Europa overleefde hij ternauwernood in Schotland, terwijl in de Ardennen, Noord-Oost Frankrijk, het Pfälzerwald en de Eifel nog wel een redelijke populatie aanwezig bleef. Al in de jaren zeventig werd uit de Ardennen gemeld dat het daar goed ging met de wilde katten en dat de populatie zich zelfs uitbreidde. Ook uit de Duitse Eifel komen goede berichten. Daar deed Manfred Trinzen uitgebreid onderzoek naar de wilde kat, met zenders, maar ook met een door hem ontwikkelde inventarisatiemethode. Hij plaatste fotovallen in het veld, van het beproefde merk Trailmaster, en sloeg vóór de lens een ‘lokstok’ in de grond.