Ook in het onderzoek aan zoogdieren schrijdt de techniek voort. Bekend zijn de zenders, waarmee al sinds zo’n veertig jaar allerlei dieren worden uitgerust. Aan de hand van de signalen die zulke zenders uitzenden, kan de plaats van het dier worden bepaald. Sinds een jaar of twintig zijn er ook satellietzenders. Daar hoeven onderzoekers niet zelf achteraan, want een satelliet peilt hun positie. Dat is vooral handig voor soorten die zich over grote afstanden verplaatsen, zoals trekvogels of ijsberen. Sinds kort zijn er ook zenders die hun eigen positie bepalen, door middel van het Global Positioning System (GPS). In het Ilperveld ten noorden van Amsterdam liep afgelopen jaar een vos rond met zo’n GPS-zender. GPS-zenders hebben het grote voordeel dat ze erg nauwkeurig zijn. Vaak is het mogelijk om met een foutmarge van slechts enkele meters te bepalen waar het dier zich bevindt. Een ander groot voordeel is dat de onderzoeker dan's nachts rustig kan slapen. Een nadeel was wel dat het systeem nog veel stroom vergde. Tot voor kort was het gebruik daarom alleen mogelijk bij grote dieren, die flinke batterijen konden meedragen. Maar intussen is ook deze techniek verder ontwikkeld. Zo kon in een proefproject in het Ilperveld in de zomer van 2007 een vos worden uitgerust met een GPS-halsband, in feite een tomtommetje. De betreffende vrouwtjesvos werd Yolanda genoemd, naar de vrouw van één van de terreinmedewerkers. Behalve de GPS-module bovenop de halsband, zat er een gewone peilzender onderaan de halsband. Het geheel woog 200 gram, ongeveer het maximum gewicht dat je aan een vos van 4,6 kilo (het gewicht van Volanda) kunt hangen zonder dat die er last van heeft. Ze was, gezien de slijtage van haar gebit, in 2006 geboren. In 2007 had ze geen jongen gehad.