Over vier jaar verspreid zijn door verschillende mensen (bewakers van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, jachtopzieners, leden van Das & Boom, etc.) gegevens verzameld over aantalsverloop, mortaliteit, migratie en verschuivingen. Hieruit volgden enkele conclusies omtrent worpgrootte, percentage kraamburchten, gemiddelde aantal dieren per burcht en eventuele aanwas. Uit de tijdens het onderzoek verzamelde gegevens viel een daling van de gemelde mortaliteit te constateren van tien gevallen in 1977 naar twee gevallen in 1980. Het aantal bewoonde burchten bleef nagenoeg constant, terwijl het aantal dieren per burcht een groei doormaakte van 2,3 gemiddeld in 1977 naar 3,3 gemiddeld in 1981 (hier zijn dus de gegevens van 1981, voor zover ze bekend waren meegerekend). Een andere belangrijke conclusie uit het onderzoek, is het feit, dat veel dieren geboren worden, doch zich kennelijk niet in de streek blijvend vestigen na het opgroeien, en/of vroegtijdig sterven. In het jaar 1981 hoopt Das & Boom hieromtrent meer te ontdekken. Met speciale dank aan: M.D. Kloosterman (Staatsbosbeheer), H. Kesseler (Staatsbosbeheer), J. Visser (jachtopziener Nederrijk), H. J. Koenders, G. Vink (Natuurmonumenten), J. Brijker (Natuurmonumenten), Dubbers (jager Elshof), de Zoogdierenwerkgroep van NJN, C. van Tongeren, A. Janssen, en de Das & Boom-leden: W. van Ravesteyn, G.C.M. van Moll, P. Minten, J. van Rijn, R. Tonk, S. Hoven, W. Boeren, J. Gielen, F. Sterck en G.J. Berendsen, zonder wier medewerking dit artikel nooit tot stand had kunnen komen.