Eén van de meest bekende walvisachtigen is de Orca Orcinus orca, of Zwaardwalvis. Dit fraaie bontgevlekte zoogdier heeft, ten onrechte, een uiterst dubieuze reputatie, als zou het een niets ontziende moordenaar en een roofzuchtig monster betreffen. Ofschoon zijn voedsel deels uit walvissen, dolfijnen, zeehonden en zeeleeuwen bestaat, lopen zwemmende mensen merkwaardigerwijze geen gevaar. Toen het in de zomer van 1982 leek alsof er zich in de Nederlandse kustwateren een Orca bevond, brak er desondanks een nationale paniek uit en durfden duizenden mensen niet meer aan het strand te baden ('Monster verjaagt zwemmers’, De Telegraaf 27 juli 1982). Later bleek het gevreesde roofdier in de branding geen Orca maar een doodzieke Witsnuitdolfijn Lagenorhynchus albirostris te zijn, hetgeen de overspannen reactie van een eens walvisvarende natie des te beschamender maakte. In dolfinaria, waar Orca’s een gewilde publiekstrekker zijn, blijkt misschien wel het ware karakter van deze dolfijn: een gemakkelijk te trainen kolos. Sommige ontmoetingen met wilde Orca’s op volle zee wekken de indruk dat Orca’s nieuwsgierige, maar vooral alleszins vriendelijke giganten zijn (cf. Similä 1989). Voor de Noorse kust werden 'spelende’ Orca’s waargenomen rond vissersboten en zelfs bij enorme ferries. De bemanning van het Nederlands visserij-onderzoeksvaartuig MV Tridens II nam bewesten de Shetland Eilanden een groep Orca’s waar die het schip dicht benaderde en waarbij enkele exemplaren zelfs konden worden gevoerd.