Het begon allemaal op zaterdag 18 januari 1992 met een anoniem gebleven wielrenner. ’Willen julie De Windbreker bellen. Er zwemt hier een Bruinvis voor de dijk’, riep hij vanaf de kruin van de Hondsbossche Zeewering naar Henk Steenhuis, Hans de Wit, Willem de Rover en Gerrit Kistemaker. Dit viertal was op het erf van de familie Kroon in Camperduin bezig de boten klaar te maken voor een middagje vissen op zee. Het zou er niet meer van komen. Henk Steenhuis spoedde zich in zijn waadbroek naar zee. Hans de Wit belde naar De Windbreker: ‘Wij komen zo meteen een Bruinvis brengen. Hij leeft nog. Tot straks’.