Nadat de heer van Haren op een van de Haagse contactavonden enkele fossielen had laten zien, die hij in de bouwput van de Boudewijnsluizen had gevonden en, aangemoedigd door zijn successen, ook enkele andere leden de verre trip naar Antwerpen hadden ondernomen, was er bij wijze van spreken geen houden meer aan: er moest en zou een gemeenschappelijke excursie naar deze rijke vindplaats georganiseerd worden!