”Dit eiland is wel het interessantste deel van het Middellandse Zeegebied en een diepgaande beschouwing waard. Reeds door zijn ligging tussen de Tyrrheense en de Jonische Zee, tussen het Zuidelijke punt van Calabrië en de Noordoosthoek van Noord-Afrika, als het middelpunt van het mediterrane gebied, heeft het een zoögeografische betekenis van de eerste rang; de grens tussen Noord en Zuid, en tussen Oost en V/est, wordt bepaald door de ligging van dit eiland"". Zo oordeelde KOBELT in zijn bekende ""Studiën zur Zoogeographie"" (1897) over SiciliS. En met enkele voorbeelden schetste hij ohder andere het malacologische belang. Hij berekende, dat 55% van de Siciliaanse Helices endemisch zijn, terwijl hij bijvoorbeeld wat Corsica betreft op slechts 6% kwam. Dit hoge percentage van Sicilië komt voor een belangrijk deel voor rekening van het genus Murella. En hoewel men vroeger andere opvattingen had over de soortelijke indeling van dit genus dan nu, en het percentage volgens de moderne zienswijze aanmerkelijk lager ligt, de rijkdom aan vormen van de Murella’s is er niet minder boeiend om.