De kleine wintervlinder kan zich blijkbaar aanpassen aan een veranderende temperatuur. De temperatuur bepaalt de dag waarop de rupsen uit het ei kruipen en die temperatuursgevoeligheid is erfelijk. Dankzij een sterke selectie blijven de best aangepaste eieren over, die tegelijk met de verse eikenbladeren uitkomen. Dat is de belangrijkste conclusie uit het proefschrift van Margriet van Asch.