De in ons vorig artikel (Lit. 1) beschreven kaolienzanden van Sylt (13) hebben in Duitsland een grote verspreiding. Hucke (Lit. 2 en 3) beschrijft de volgende voorkomens (zie nummers op kaartje): Danzig (1); in de provincie Hinter - Pommern: Gollendorf bij Köslin (2) en Belgard (3); in de provincie Brandenburg: Röpersdorf ten Zuiden van Prenzlau (4), Briest bij Passau en Welsow ten Noorden van Angermünde (5), vijf vindplaatsen bij Freienwalde aan de Oder (6), twee vindplaatsen bij Drossen (7), voorts Frankfurt aan de Oder (8), acht ontsluitingen in de buurt van Fürstenwalde aan de Spree (9); in de provincie Mecklenburg: Neddemin ten Noorden van Neubrandenburg (10). In Denemarken Grejsdal bij Vejle (11). 287 Weyl (Lit. 4) beschreef het kaolienz and van Lieth bij Elmshorn (1.2). Uitvoerige lijsten van fossielen uit deze lavendelblauwe verkiezelingen vergezellen de beschrijvingen van de kaolienzanden. Ze komen geheel overeen met de fossielinhoud van de in Nederland gevonden lavendelblauwe verkiezelde Silurische kalkstenen. De fauna uit de verkiezelde kalkstenen en de meestal los voorkomende sponsen wijzen op een herkomst uit de Borkholmse-Lyckholmse- en Jewesche laag behorend tot het bovenste deel van het Onder Siluur van de Russische Oostzeeprovincies. Dit Estlandse Onder Siluur strekte zich, voor het ontstaan van de Oostzee, uit tot aan het eiland Oeland.

, , , , , , , , , ,
Grondboor & Hamer

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Geologische Vereniging

W.F. Anderson. (1953). Lavendelblauwe verkiezelingen van Silurische ouderdom als zwerfsteen in Nederland en Duitsland. Grondboor & Hamer, 2(14), 286–292.