In de vorige aflevering van ,,Grondboor en Hamer" heb ik gelegenheid gehad, een afwijkende vorm van de silurische spons Caryospongia diadema Kloden als zwerfsteen van Westerhaar te beschrijven. Een nieuwe vondst van een afwijkende Caryospongia-soort, ditmaal van Enschede, geeft me aanleiding, hierop iets uitvoeriger terug te komen. Onder onze bekende voor het merendeel kogelronde zwerfsteensponsen van onder-silurische ouderdom kennen we tot dusver drie hoofdvormen van het geslacht Caryospongia, namelijk C. diadema Kloden, C. edita Kloden en Caryospongia juglans Quenst. Het zijn ronde vormen met een conisch toegespitste onderzijde en een deels afgeplatte of knopvormig ontwikkelde bovenkant. De frequentie van het aantal laterale groeven bepaalt mede tot welke soort we een bepaalde Caryospongia kunnen rekenen, vooropgesteld dat de zwerfsteentjes in kwestie goed geconserveerd zijn gebleven.