Sedert de oudheid is jaspis steeds een gezochte siersteen geweest. Haar hardheid, haar mooie glans en de kleine variaties, waarin ze voorkomt: van blauw tot steenrood of bruin, alle gamma's van violet, groen en geel maken haar geschikt voor allerlei doeleinden. Echter niet om deze eigenschappen vragen ze onze aandacht,maar om hun ontstaan uit kleine wezentjes, de Radiolariën. De schone vorm van deze eehcelligen is ons door de werken van Haeckel bekend.

, , , , , , , ,
Grondboor & Hamer

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Geologische Vereniging

A.G. Koenderink. (1959). Jaspis en radiolariet. Een bijdrage tot de kennis der zuidelijke zwerfstenen. Grondboor & Hamer, 13(11), 309–315.