In de herfst van 1982 werd in de Winterswijksche Steen- en Kalkgroeve (Onder-Muschelkalk) een bot van een sauriër gevonden, dat later als een halswervel van Tanystropheus antiquus kon worden gedetermineerd. De volledig bewaard gebleven wervel is door compactie sterk plat gedrukt. De halswervel is lichtbruin van kleur en zit in een grijze schalieachtige kalkmergel. Wervelboog en wervellichaam zijn, zoals gewoonlijk bij Tanystropheus, naadloos aan elkaar gegroeid. T. antiquus is reeds bekend uit de Onder-Muschelkalk-afzettingen van Opper-Silezië, Zuid-Polen, Rüdersdorf bij Berlijn en de omgeving van Jena; mogelijk ook uit de Onder-Muschelkalk van Bonndorf in Zuidwest-Duitsland. Vervolgens komt T. antiquus voor in de Boven-Bontzandsteen van het Schwarzwald. Uit het laatstgenoemde gebied zijn echter bijna uitsluitend skeletresten van jonge dieren bekend. Een correlatie met behulp van T. antiquus-vondsten tussen de verschillende vindplaatsen en Winterswijk geeft aan, dat de geologische ouderdom van de horizont met T.antiquus van Winterswijk (hieruit zijn ook vondsten van Nothosaurus venustus, Nothosaurus sp, Cymatosaurus sp en diverse vissen bekend, zie OOSTERINK & POPPE 1979) op Onder- tot Midden-Anisien kan worden gesteld. *** T. antiquus leefde, evenals zijn bekende nakomeling T. longobardicus (BASSANI), in het jeugdstadium op land en als volwassen individu hoofdzakelijk in zee. Deze conclusie kan worden getrokken uit het feit, dat skeletresten van jonge dieren voornamelijk in land- en kustnabije-sedimenten zijn gevonden en volwassen dieren in mariene afzettingen. Waarschijnlijk kwamen de volwassen reptielen aan land om eieren te leggen. Nu bekend is, dat T. antiquus in de Winterswijkse Trias voorkomt, zijn de vele verschillende fossiele loopsporen uit deze Muschelkalk van Rhynchosauroides peabodyi, (FABER 1958); Procolophonichnium winterswijkense, DEMATHIEU & OOSTERINK 1983; Phenacopus faberi, DEMATHIEU & OOSTERINK 1983; Phenacopus agilis, DEMATHIEU & OOSTERINK 1983 en Brachychirotherium cf. circaparvum, (DEMATHIEU 1971) vergeleken met het van elders bekende hand- en voetskelet van Tanystropheus. De horizonten waarin de sporen voorkomen liggen nabij het niveau met onder meer de T. antiquus-vondst. Helaas kon met geen van de sporen tot een vergelijking worden gekomen, zoals dat waarschijnlijk wel het geval is voor Phenacopus met Nothosaurus (DEMATHIEU & OOSTERINK 1983).

, , , ,
Grondboor & Hamer

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Geologische Vereniging

R. Wild, & H. Oosterink. (1984). Tanystropheus (Reptilia: Squamata) aus dem Unteren Muschelkalk von Winterswijk, Holland. Grondboor & Hamer, 38(5), 142–148.