Al in het begin van deze eeuw werd gewezen op het belang van het behoud van aardwetenschappelijk waardevolle terreinen. Slechts in enkele gevallen werden geologische monumenten verwezenlijkt. In 1969 richtte Dr. F.de Soet de werkgroep Gea op die enkele jaren later de systematische provinciale inventarisatie ter hand nam van geo(morfo)logische en bodemkundige objecten, zogenaamde Gea-objecten. Deze inventarisatie zal eind 1986 gereed zijn. Door de initiatieven van de werkgroep heeft het behoud van deze aardwetenschappelijke objecten meer bekendheid gekregen en maken ze thans deel uit van het beschermingsbeleid van de overheid. De werkgroep is van mening dat de Gea-activiteiten in andere projecten voortgang zouden moeten vinden. Ook leden van natuurwetenschappelijke verenigingen zoals de Nederlandse Geologische Vereniging zouden aan een verbetering van het aardwetenschappelijk natuurbeschermingsklimaat op bijvoorbeeld regionaal en lokaal niveau kunnen bijdragen.

, , ,
Grondboor & Hamer

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Geologische Vereniging

G. Gonggrijp. (1986). Het Gea-project: 'geografisch- (en geologisch-) karakteristieke plekjes voor algehele vernietiging en onder gang vrijwaren'. Grondboor & Hamer, 40(5), 114–122.