Hemiaster aquisgranensis werd door Schlüter in 1899 beschreven aan de hand van 2 steenkernen uit het vuursteeneluvium van het Aachener Wald, ten zuidwesten van Aken. In 1911 beschreef Lambert Hemiaster rutoti uit de "craie sans silex" van het 15 km noordwestelijker, in Zuid-Limburg gelegen Gulpen. De beschrijvingen van Hemiaster aquisgranensis en H. rutoti bleken betrekking te nebben op dezelfde soort, welke volgens de prioriteitsregel de naam Hemiaster aquisgranensis moet dragen (Van Der Ham, 1985). De soort was mij alleen bekend uit het Campanien en Maastrichtien van Zuid-Limburg en aangrenzende delen van België en Duitsland. Onlangs bleek dat zij ook voorkomt in het Onder-Campanien van Coesfeld (Nordrhein-Westfalen, West-Duitsland). Ma- teriaal van deze soort werd ontdekt in de omvangrijke collectie van Dr. H.V. Thiel te Düsseldorf.