In de geologie komen meetkundige figuren in zuivere vorm weinig zichtbaar voor. Is dat toch het geval, dan wordt men terstond er toe aangetrokken. De septariënknollen op Bornholm, waarover in eerdere artikelen in dit blad al eens zijdelings gesproken is, hebben zo'n vorm waar je meteen verliefd op wordt. De vorm kun je beschrijven als ronddiscusvormig.